Een snijdende oostenwind, hier en daar een sneeuwdek en een luchtsoort die van origine uit de poolstreken komt. Het lijkt wel winter, en dat terwijl morgen de meteorologische lente begint! We beleven dan ook een zeer koude periode voor de tijd van het jaar, maar uniek is dat niet.
Momenteel is de koudste fase aangebroken met overdag maxima ruim onder nul en in de nachten matige tot strenge vorst. Door de stevige wind kan de gevoelstemperatuur in de vroege ochtend dalen tot liefst 20 graden onder nul!
Sinds zondag heeft zich een krachtig hogedrukgebied genesteld boven Scandinavië en houden lagedrukgebieden zich op boven de Middellandse Zee. Hiermee kon de kou die zijn origine kende in de Poolstreek via Siberië naar Europa op transport gezet worden.
Op dit moment beleven we de koudste fase van de winter en vriest het zowel overdag als in de nacht. Afgelopen nacht kwam het lokaal tot strenge vorst (-10). Vanmiddag lopen de temperaturen door de stevige wind amper op en lijken met uitzondering van het zuiden uit te komen rond -6 graden.
Komende nacht opklaringen en een dalende temperatuur tot een graad of -9 en plaatselijk -10, maar door een verder toenemende oostenwind kan de gevoelstemperatuur wel eens zakken tot extreme waarden. Voegen we de temperatuur samen met de windkracht (wordt de gevoelstemperatuur) dan lijken waarden rond 20 graden onder nul niet ondenkbaar te zijn! Tevens een criterium voor het KNMI waarbij code oranje afgegeven hoort te worden.
Morgen weinig verschil met vandaag, maar vrijdag lijkt uit een iets ander vaatje te gaan tappen. Zachtere lucht probeert richting Nederland te komen, maar de huidige koude laag in de onderste tientallen meters geeft zich niet zo snel gewonnen. Een neerslagfront loopt stuk op de uitlopers van het Scandinavische hoog en trekt in afzwakkende vorm over Nederland. Mogelijk dat er ten zuiden van de grote rivieren een klein beetje sneeuw valt.
Pas in de loop van zaterdag en in de nacht naar zondag volgt een serieuze dooiaanval met vanuit het zuiden enkele uren sneeuw overgaand in regen.
Temperatuur versus gevoelstemperatuur
In veel media viel de laatste tijd regelmatig te lezen dat het zeldzaam koud zou worden in Nederland met temperaturen die overdag wel eens tussen -15 en -20 graden konden gaan uitkomen. Een klein (en bovenal belangrijk) detail vergaten zij te vermelden; de genoemde temperatuur betrof de gevoelstemperatuur en geen temperatuur zoals wij die in Nederland op anderhalve meter hoogte meten.
Een blik op de temperatuur laat al snel zien dat deze waarden voor een doorsnee winter heel normaal zijn en ook jaarlijks terugkeren. Uiteraard maakt de tijd van het jaar, waarin het tot serieus winterweer komt, wel wat unieker. Toch leverde in de huidige eeuw de maartmaand ook in 2005 en 2013 winterweer op, waarbij het in het laatste jaar zelfs tot de laatste dag van maart tot matige vorst kwam!
De gevoelstemperatuur kan niet gemeten worden met een thermometer en is ook niet van toepassing op levensloze objecten en dieren. Een menselijk lichaam raakt zijn warmte kwijt aan de omgeving, staat er veel wind dan wordt die warmte direct afgevoerd en verliest het lichaam steeds sneller warmte. Dit ervaren wij als afkoeling en daardoor heb je het op een frisse dag met veel wind veel kouder dan op een windstille dag.
Wel heeft de wind bij levensloze objecten invloed op de snelheid waarmee afkoeling optreedt. Daarom bevriezen waterleidingen en verwarmingselementen sneller als het bij vorst ook hard waait. Meer over de gevoelstemperatuur kun je vinden op de website van het KNM.
Grote contrasten tussen het Wad en het vasteland
Kenmerkend voor dit soort winterse periodes zijn de lang aanhoudende stevige oostenwinden. Uit die richting komt over het algemeen droge vrieslucht, maar voor de Wadden gaat dit verhaal niet helemaal op. De wind voert voor het Waddengebied vochtige lucht vanaf de Oostzee aan waarin gemakkelijk sneeuwbuien ontstaan.
Afgelopen dagen is op de Waddeneilanden een dik pak sneeuw gevallen tot plaatselijk 20 centimeter. Dat terwijl in de rest van het land op een lokaal sneeuwbuitje na de zon uitbundig scheen. Toch waren ook daar schitterende winterse taferelen te zien.
Rondom grote wateren zijn ware ijssculpturen ontstaan. De harde wind laat het water opspatten wat vervolgens direct bevriest zodra het op een object belandt. Dit gaat zo door tot het meer bevriest aan de oevers, een bijkomend verschijnsel wordt dan kruiend ijs. Het ijs op de meren wordt één richting opgeblazen met als resultaat dat zich steeds meer ijs ophoopt tegen de kades. Kruiend ijs is een mooi verschijnsel, maar kan veel schade veroorzaken aan boten en kades. Er staat een ongekend grote druk op het ijs. Wie een stil plekje opzoekt hoort het ijs kraken en tegen elkaar op schuiven.
Dooi ligt op de loer
Voor winterliefhebbers kan het huidige weerbeeld niet lang genoeg duren, maar het eind is in zicht zoals hierboven al beschreven werd. Het hogedrukgebied boven Scandinavië verliest snel in kracht en een depressies boven de Golf van Biskaje krijgt langzaam meer vat op ons weer. In de lage landen resulteert dat weliswaar in een zuidoostenwind, maar de luchtsoort die daarmee aangevoerd wordt kent zijn origine boven het Middellandse Zeegebied.
De kou maakt dan plaats voor temperaturen die meer bij de tijd van het jaar horen; overdag een graad of 7 en in de nacht net boven het vriespunt. Daarbij een licht wisselvallig weerbeeld en in verhouding met nu weinig wind.
Zicht op serieus voorjaarsweer zit er, tot zover de weermodellen vooruit rekenen, niet in.